Zoeken

Biodiversiteit op de Galecopperbrug: ‘Als je goed kijkt vind je allerlei bijzondere dieren’

Icarusblauwtje, kattenstaartdikpoot, vuurgoudhaan… We hebben het hier niet over dieren in een beschermd natuurgebied, maar gewoon in de buurt van de Galecopperbrug. Ecoloog Arie Kolders (van der Helm), doet namens KWS regelmatig inspecties in en om de brug en weet er alles van. ‘Ook in een omgeving met veel beton en staal kun je iets van de biodiversiteit laten zien.’

Luchtfoto A12 Galecopperbrug.jpg

Als ecoloog binnen het project Galecopperbrug is Arie verantwoordelijk voor twee dingen. ‘Ik controleer of we ons aan het wettelijk kader houden, zoals de Wet natuurbescherming en de Vogelrichtlijn. Daar zijn eisen en regels aan verbonden. Zeker in het broedseizoen heeft dat gevolgen: nesten van beschermde vogelsoorten mag je niet zomaar verwijderen.’ Het tweede deel van Aries werk richt zich op biodiversiteit. ‘Dat is een breed onderwerp. Je kunt het zien als een manier om de leefomgeving mooier, beter en groener te maken. Dat doen we bijvoorbeeld door nestkasten voor vleermuizen op te hangen.’

Arie Kolders.jpg
Arie Kolders

Ideale vliegroute

Die zijn in het bosje achter de keet geplaatst. Want ook nu er aan de brug wordt gewerkt, proberen we het hier voor de vleermuizen zo aantrekkelijk mogelijk te maken, vertelt Arie. Dat is belangrijk, want er zijn veel vleermuizen in de omgeving te vinden. ‘Ze maken graag gebruik van de brug. Die vormt een ideale vliegroute voor ze: onder de brug door langs het water, maar ook over het Amsterdam-Rijnkanaal heen. Onderweg bepalen vleermuizen hun locatie door geluid te maken. Die frequenties moeten ergens op terug kunnen kaatsen. De brug is daar heel geschikt voor.’

Ook de aangepaste verlichting onder de brug zorgt dat het een prettige plek blijft voor de dieren. ‘Vanaf half maart zetten we een tijdschakelaar op de lampen. Bij het invallen van de avond gaan ze uit en pas bij zonsopkomst worden ze weer aangezet. Daarnaast hebben we bij de keet voor amberkleurige, vleermuisvriendelijke verlichting gezorgd. In de winter zijn die aanpassingen niet nodig, want dan houden de dieren hun winterslaap.’

Schitterende zangvogel

Er zijn nog meer soorten waarvoor de brug een aantrekkelijke woonomgeving is. ‘Onder de brug broeden veel duiven’, vertelt Arie. ‘Ook ben ik nesten van nijlganzen, buizerds, kraaien en eksters tegengekomen. En laatst hoorde ik tijdens een inspectie een groepje koolmezen en pimpelmezen. In het groepje zat ook een vuurgoudhaan. Dat is een schitterende kleine zangvogel, net iets groter dan een winterkoninkje.’

‘Naast de brug is een mooi veldje waar ik kattenstaartdikpoten heb gezien’, vervolgt Arie. ‘Dat is een bij die zijn nectar verzamelt op de kattenstaart, een paarse plant die hier veel groeit.’

Als je goed kijkt vind je ook hier, vlak langs de A12, allerlei leuke soorten.

Arie Kolders

Verrekijker

Herkent Arie al die soorten direct? ‘Van veel libellen en vlinders weet ik gelijk de naam. Maar om die van kleine of zeldzame dieren te bepalen, heb ik vaak een loep of naslagwerk nodig. Daarom heb ik altijd een verrekijker en camera bij me tijdens mijn rondes over het terrein.’ Die rondes loopt hij ’s winters eens per maand, in het broedseizoen is hij wekelijks op het terrein te vinden. ‘Inmiddels ken ik het hier goed: het valt me gelijk op als er bijvoorbeeld een nest weg is.’

Kattenstaartdikpoot.jpg
Kattenstaartdikpoot

Hand in hand

De aanwezigheid van de dieren en het werk aan de brug kunnen prima hand in hand gaan, vindt Arie. ‘We houden rekening met de natuur en zorgen tegelijkertijd dat de werkzaamheden door kunnen gaan. Ik vind het leuk om de medewerkers van het project iets mee te geven over de natuur in de omgeving. Als je goed kijkt vind je ook hier, vlak langs de A12, allerlei leuke soorten.’