Zoeken

De geschiedenis van KWS

Met de aankoop van de '4711' brengt Hendrik Boesewinkel op 3 november 1901 de eerste stoomwals naar Nederland. Net als Johannes Offringa en Hendrik Jan te Siepe ziet hij kans om in te spelen op de ontwikkeling van de infrastructuur in Nederland. En met succes. De aankoop van de wals betekent de start van een onderneming die later uit zal groeien tot KWS.

foto6 4711.jpg.png

Asfalt

In het begin van de 20e eeuw komt de ontwikkeling van de Nederlandse infrastructuur echt op gang. Met name de opkomst van de auto vraagt om een herziening en uitbreiding van ons wegennet. De Nederlandse wegen bestaan in die tijd voornamelijk uit leemgebonden grindverhardingen. Het nieuwe vervoersmiddel bereikt echter snelheden van 30 tot 40 km/u en daar is deze ondergrond niet op berekend. Men gaat op zoek naar een sterk, dicht wegdek en dat betekent de doorbraak voor asfaltwegen. 

Maatschappij Wegenbouw

Boesewinkel ziet al snel kans om zijn 'Stoomwalsenbedrijf Boesewinkel' uit te breiden en in 1907 bezit hij vier stoomwalsen. Het aanleggen van de wegen biedt perspectief en daarom wordt in 1922 'Maatschappij Wegenbouw' opgericht. Het is een overkoepelend bedrijf voor het 'Stoomwalsenbedrijf Boesewinkel' en 'Bitumenweg'. In 1923 is de maatschappij wederom verantwoordelijk voor een primeur in de Nederlandse wegenbouw: de asfaltmengmachine. Speciaal voor het werk aan de Amsterdamse Nassaukade en de Stadhouderskade importeren zij de eerste asfaltmengmachine naar Nederland. Ondanks de moeilijke economische omstandigheden in de jaren '30 durft de 'Maatschappij Wegenbouw' het ook aan om in het buitenland aan de slag te gaan. 

1953 op dijk.jpg

Koninklijke Maatschappij Wegenbouw

Na de Tweede Wereldoorlog is 'Maatschappij Wegenbouw' de trotse bezitter van de eerste asfaltspreidmachine in Nederland. Het is de tijd waarin steeds meer toepassingen van asfalt in opkomst zijn. Zo blijkt asfalt ook uitstekend te voldoen als dijkbekleding. Hierdoor kan men een bijdrage leveren aan het herstel van de dijken en infrastructuur na de Watersnoodramp van 1953. Het is ook de tijd waarin de maatschappij haar vijftigjarig jubileum viert. Met goedkeuring van het Kabinet van de Koningin mag daarom het predicaat Koninklijk aan de naam worden toegevoegd: Koninklijke Maatschappij Wegenbouw.

 

Stevin Groep

In het begin van de jaren zeventig neemt de Stevin Groep een groot deel van de KMW-aandelen over, waardoor zij een meerderheid van de aandelen in bezit krijgen. Hiermee is de overname een feit zonder dat de maatschappij er zelf iets aan kon doen. Eerder in 1973 had Stevin Offringa en Te Siepe al overgenomen. De drie bedrijven werden ondergebracht in de nieuwe divisie Wegen en Asfalt van de Stevin Groep. 

Asfalt leggen (1971).jpg

Koninklijke Wegenbouw Stevin

In 1975 gaan de drie wegenbouwbedrijven van Stevin verder onder een naam: Koninklijke Wegenbouw Stevin. Hiermee is KWS geboren. Hoofdkantoor wordt het pand van KMW aan de Beneluxlaan in Utrecht. Met de fusie ontstaat het marktleiderschap in de wegenbouw van Nederland. De asfaltproductie is dan goed voor ruim 20 procent van de totale asfaltmarkt. Deze leidende positie in de Nederlandse asfaltmarkt heeft KWS nog altijd in handen. 

VolkerWessels

Drie jaar na het ontstaan van KWS fuseert Stevin Groep met Adriaan Volker Groep. Baggeraar Adriaan Volker heeft op dat moment geen wegenbouwactiviteiten dus die fusie heeft geen consequenties voor KWS. Koninklijke Volker Stevin is op dat moment de grootste bouwer van Nederland met 22.000 medewerkers. Pas negentien jaar later komt de volgende grote fusie. Koninklijke Volker Stevin ging in 1997 samen met Kondor Wessels Groep. Het concern staat daarna bekend als VolkerWessels, waar binnen KWS de grootste onderneming is.

 

Naamloos-1.jpg

KWS

Tussen 1975 en nu zijn diverse grond- en wegenbouwbedrijven of specialistische bedrijven overgenomen, waaronder Smits Neuchâtel (2000) en Gebr. Van Kessel (2001). KWS is nu marktleider in de wegenbouw en samen met onze gedreven collega's werken we dagelijks op een veilige en duurzame wijze aan de bereikbaarheid en leefbaarheid van Nederland.